Vandaag nemen we u voor de verandering eens mee naar een conservatorium. En we stellen u voor aan Joop. Hij is hoofd van een compleet vakgebied, nl. die van schoolmuziek. Het vakgebied, waarin je als muziekleraar op een middelbare school wordt opgeleid. En als de studenten bij elkaar zitten, komt Joop binnen en hij stelt zich voor: ‘Zolang jullie hier deze opleidingen volgen, heb ik gelijk. En zolang jullie niet kunnen bewijzen, dat ik geen gelijk heb, heb ik gelijk.’ Schijnbaar wilde Joop de studenten uitdagen, om in hun studievorderingen vooral zijn ongelijk aan te tonen. Want Joop heeft immers gelijk. Maar Joops Gelijk is de wet bij die opleiding. Wie werkelijk wil afstuderen, die zal vroeg of laat Joop gelijk moeten gaan geven. Zo niet, dan kan die student fluiten naar zijn diploma.
Joop maakt hierbij een grove vergissing. Want Joop stelt zijn kennis van zaken niet alleen als niet te evenaren of overtreffen, maar ook als gezaghebbend. Joop sluit niet uit, dat iemand hem ooit in kennis mogelijk zal evenaren of overtreffen. Maar Joop sluit wel uit, dat iemand zijn Gezag op het leerproces zal kunnen overrulen. En hier gaat Joop buiten zijn boekje. Want net zoals kennis relatief is , zo ook is gezag relatief. Er zijn altijd mensen, die meer kennis hebben in relatie tot andere mensen. En zo is het met gezag ook. Men mag nimmer het absolute en onbetwistbare gezag claimen door de kennis die men heeft als maatgevend voor dit gezag te beschouwen en aan anderen op te leggen. Dat is een oneigenlijk gebruik van Macht. En dat is precies de fout, die Joop heeft gemaakt.
Het (overigens waargebeurde) verhaal van Joop staat niet op zichzelf. Overal ter wereld zijn er voorbeelden te vinden, waarbij een dergelijke vorm van Gezag veel Macht oplevert. En is de macht eenmaal toebedeeld, dan gaat men veelal de Macht maatgevend maken voor gezag en kennis. Men claimt dan kennis en gezag, niet omdat men die heeft, maar omdat men de Macht heeft verworven, die kennis en dat gezag te claimen. Om vervolgens geen andere kennis meer te accepteren, dan die men zelf krachtens gezag en macht kan en/of wil bepalen.
Wie het binnen religieuze stromingen plaatst, zal opmerken, dat er binnen de christelijke kerken maar één kerk is, die een dergelijk Leergezag hanteert. En dat is de Roomse Kerk. De Protestanten hebben niet zo’n dichtgetimmerd leergezag. Bij hen is het nog mogelijk, om een andere visie dan wel redenering te voeren met bijbehorende liturgische uitingen. Het maakt de Protestantse Kerk wat fragiel. ‘Het kan alle kanten op’. Vanuit de Roomse Kerk is deze breekbaarheid een zwaktebod, maar voor het vrije christelijke denken is dit de grootste zegen sinds Jezus Zijn christelijke opvattingen afzette tegenover het Farizeeërdenken. Er is geen absolute kennis over Christus, niet over God, niet over de Hemel en niet over de uitleg van Bijbel en Evangelie. De ruimte werd ons door Jezus Zelf geboden, door Zijn Parabels: ‘Het Koninkrijk gelijkt op…’ De kennis, die men meent te hebben, moet altijd met het woord ‘mogelijk’ worden geschreven. In ieder geval zeker niet met het woord ‘absoluut’.
Als kennis ‘mogelijk’ is en absoluutheid ‘onmogelijk’, dan moet een Kerkorde haar Leergezag evenzeer als ‘mogelijk’ beschouwen. En zij zal dus haar absoluutheid als ‘onmogelijk’ moeten afschaffen. Doch het verleden heeft vaak genoeg geleerd, dat men in de wetenschap zaken niet mocht publiceren, omdat die het ‘absolute’ Leergezag van de Roomse Kerk op dat punt voor ‘onmogelijk’ kon houden. En net zoals onze Joop houdt de Roomse Kerk niet van ‘betweters’. Joop kon de in zijn ogen recalcitrante studenten het leven op het Conservatorium onmogelijk maken en ze zonder diploma naar huis sturen. De Roomse Kerk gaf recalcitrante wetenschappers huisarrest. En wanneer het helemaal uit de hand liep met protesten, dan was daar de brandstapel.
‘Kennis is Macht’ riep Francis Bacon ooit. En hij had gelijk. ‘Inderdaad’, zo dachten een paar Handige Harry’s tijdens de ontwikkeling van de christenkerk. En terwijl de idealisten van het eerste uur gingen voor de kennis, gingen die Handige Jongens voor de Macht. En met de zegen van Keizer Constantijn kregen ze die. En vanaf dat moment werd de Kennis door de Macht bepaald en door die eigen Macht in bedwang gehouden.
Protestanten, verheugt u, dat u geen Leergezag heeft. Want de machtswellust zal u niet treffen. U gaat voor kennis en daar haalt u uw gezag uit. Misschien niet ‘absoluut’, maar wel degelijk ‘mogelijk’.