SALONORKESTMUZIEK EN DE NATIONALE VEILIGHEID

Het originele panel van ‘Ook Dat Nog’. v.l.n.r: Hans Böhm, Gregor Frenkel Frank, Sylvia Millecam, Aad van den Heuvel en Erik van Muiswinkel

Omdat Jonathan ook wel eens een vrije dag wil hebben, brengen wij u vandaag een vrolijke zomers verhaal in de categorie ‘Ook Dat Nog!’
En om het gezellig te houden hebben we de naam van de betreffende persoon aangepast.

We schrijven 2016. Tijdens een voorjaarsconcert hoort Hans Schoenmakers, u welbekend, in een pianotrio-bezetting (piano, viool en cello) het ‘Neapolitanischer Ständchen’ van Gerhard Winkler (1957) uitgevoerd worden.
Gerelateerde afbeelding
Gerhard Winkler, componist van o.a. het ‘Capri-visserslied’en het ‘Chianti-lied’

Omdat Hans het stuk heel erg kan waarderen, wil hij meer over de herkomst van dit stuk weten en ontdekt, dat er een complete bezetting voor Salonorkest van bestaat. Op Youtube vindt hij een uitvoering van het Salonorchester Rêverie Musicale en die vindt hij zo geweldig, dat hij besluit op zoek te gaan naar de partituur van het werk. 

Maar dat valt voorwaar niet mee. Salonorkestmuziek is niet zomaar voorhanden en Hans besluit het te laten rusten. Tot hij in de afgelopen week bij toeval terechtkomt bij het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag. Deze instelling heeft in haar archieven zowaar een partituur liggen, die met het invullen van een aanvraagformulier op te vragen is. En enthousiast vult Hans de benodigde informatie in. Na een paar dagen krijgt hij een mail van het NMI:

Geachte heer Schoenmakers,
Op uw aanvraag vermeldt u een orkestpartituur van het Neapolitanisches Ständchen. We hebben hier alleen de partijen van dit stuk. Om misverstanden te voorkomen: kunt u mij laten weten in welke bron wordt verwezen naar een  orkestpartituur van dit stuk bij het NMI? Heeft u ook een NMI-aanvraagnummer gevonden van het betreffende stuk?
Met vriendelijke groet,
 
Henk Ridriks
Medewerker Informatie
Haags Gemeentearchief / Nederlands Muziek Instituut
   
Nederlands Muziek Instituut Den Haag
Verbaasd leest Hans het bericht. Immers, het is toch duidelijk, dat het hier gaat om de partituur van het stuk. En of dat nou in zijn geheel komt of door gesplitste partijen, het zal hem worst zijn. Dus maar weer een mail teruggestuurd:

Waarde Henk,

In de omschrijving is sprake van ‘für Salonorchester’.
Maar de partijen apart is ook prima. Het gaat om de muziek

vrgr
Hans

Een dag later weer een bericht van het NMI en wederom van dezelfde Henk:

Geachte heer Schoenmakers,

Het stuk maakt deel uit van de collectie militaire muziek, met signatuur NMI MIL-jwf628. Voor het (laten) maken van reproducties of op een andere manier gebruiken van dit werk dient u toestemming te vragen aan de eigenaar, het Ministerie van Defensie. Om goedkeuring te verkrijgen kunt u zich wenden tot dhr. Ghislain Bellefroid: GRMA.Bellefroid@mindef.nl

Met vriendelijke groet,

Henk Ridriks
Medewerker Informatie
Haags Gemeentearchief / Nederlands Muziek Instituut
Ministerie van Defensie, Den Haag
Na het lezen van deze email komt Hans bijna niet meer bij van het lachen. Blijkbaar heeft hij hier te maken met een ambtenaar, die zijn taak wel heel erg serieus neemt. En dat wil Hans hem best even laten weten:

Waarde Henk,

WAAAAATT!
Het stuk is beschikbaar voor salonorkest, accordeonorkest en elk andere denkbare bezetting.
En juist voor deze zetting: salonorkestmuziek moet ik toestemming vragen aan een
militaire hotemetoot?

Hebben we het wel over dezelfde muziek en over hetzelfde arrangement?

vriendelijke groet,
Hans Schoenmakers

Nog dezelfde dag krijgt Hans bericht van Henk, die zijn ondertekening al wat minder officieel doet. Blijkbaar begint Henk zich te storen aan de mails van Hans, die Henks Belangrijke Taak lang niet zo serieus neemt, als Henk dat zelf doet:

Geachte heer Schoenmakers,

Ik kan eerlijk gezegd uw redenering niet volgen. U verwijst naar een bezetting, maar die doet in dit geval niet ter zake. Het materiaal maakt deel uit van een collectie waarover bepaalde afspraken gemaakt zijn met de bruikleengever. Ik heb het over het stuk met signatuur NMI MIL-jwf628. Heeft u een ander nummer gevonden? Zo niet, dan hebben we het over hetzelfde stuk.

Met vriendelijke groet,

Henk Ridriks

En dan is Hans dit ambtelijke kipkluiven zat. Hij wendt zich tot een Duitse Muziekuitgeverij, HAGE Musikverlag, die hij inmiddels heeft gegoogeld en bestelt daar een exemplaar van het ‘Neapolitanischer Ständchen’ voor salonorkest voor de prijs van 7,80 Euro.

Maar Hans zou Hans niet zijn, als hij onze Ambtelijke Henk niet toch nog een mailtje stuurt met de volgende inhoud:

Waarde heer Henk Ridriks,

Op de site van het Nederlands Muziek Instituut kan ik niet meer terugvinden, hoe ik aan deze partituur ben gekomen. Voor een eenvoudige gast/bezoeker is de website knap ingewikkeld, mag ik zeggen.

Het lijkt me vrij onwaarschijnlijk, dat voor (studie van) een stuk salonmuziek van de Duitse componist Gerhard Winkler (1957) toestemming moet worden gevraagd aan het Ministerie van Defensie. Tenzij de man ‘fout’ was in de oorlog natuurlijk…

Ook zitten er in het stuk geen muzikale verborgen atoomgeheimen in, noch verwijzingen naar terrorisme of illegale handelingen, welke kunnen worden geclassificeerd als “Staatsgevaarlijk”.

Ik zal u en het Ministerie van Defensie een groot plezier doen en u beiden ontheffen van deze voor alle belanghebbende partijen zo gewichtige zaak. Ik heb mij thans gewend tot uitgeverij HAGE Musikverlag, die mij voor de somma van een kleine 18 Euro inclusief verzendkosten de gehele partituur van het “Neapolitanischer Ständchen’ voor Salonorkest zal opsturen. Mocht u hiervan via mij een copie (PDF) wensen, dan zou ik u toch willen aanraden, om eerst contact op te nemen met het Ministerie van Defensie. Om goedkeuring te verkrijgen kunt u zich wenden tot dhr. Ghislain Bellefroid: GRMA.Bellefroid@mindef.nl. Ik zou niet graag wensen, dat het Nederlands Muziek Instituut achter de rug van het Ministerie van Defensie geheel in het geniep of ‘puur toevallig’ in het bezit komt van een afschrift van muziekpartituur, die een bedreiging vormt voor de Nationale Veiligheid.

Graag wil ik u wel meegeven, dat voor deze aanvraag bij HAGE Musikverlag geen toestemming is gevraagd, dan wel behoeven te vragen bij de Deutsche Bundeswehr. Mocht er desondanks hierdoor toch een Internationaal Conflict ontstaan, hetzij op Europees Niveau, hetzij ook met inmenging van Amerikaanse of Russische troepen, dan beroep ik mij hierbij op ‘overmacht’.

Rest mij u nog veel sterkte te wensen met het bewaken van ’s Neerlands Grenzen binnen de aan u zo toevertrouwde taak.

met vriendelijke groeten
Hans Schoenmakers

Op een reactie van de heer Henk Ridriks zullen we maar niet meer rekenen…
Medewerkers Informatie Haags Gemeentearchief / Nederlands Muziek Instituut
met in het midden Henk Ridriks.

Geef een reactie