Een van de meest memorabele Concilies, die ooit door de Roomse Kerk zijn georganiseerd, is het Concilie van Trente, die qua importantie vanuit Rooms gezichtspunt het eerste Concilie van Nicea (325 n. Chr.) glansrijk naar de kroon steekt.
Het concilie had tot doel de rol van de Kerk als grote civilisator (beschavingsbrenger) en wetgever (dictatuur) te benadrukken. Het formuleerde de opvattingen en de dogma’s die voortaan de inhoud van het katholieke geloof zouden uitmaken. Zou het voor dit Concilie, dat gehouden werd van 1545 tot 1563, nog hebben bestaan, dat God enige zeggenschap had in het leiden van de Kerk, na dit Concilie werd God, de Heilige Geest, Jezus en al die andere Hemelse Heiligen definitief en voorgoed onder Rooms Curatele gesteld.
Enkele realisaties en besluiten van het concilie:
1. Vaststelling van de canon van de Bijbel, de lijst van gewijde boeken (Heilige Schrift; Oude Testament en Nieuwe Testament).
Ofwel het afschaffen van mogelijke verwijzingen van Evangeliën, die door de Roomse Kerk niet werden erkend. Met wat nadere beschouwing werd hier ‘censuur’ tot beleid verklaard.
2. De Vulgata, de Latijnse Bijbelvertaling, wordt voor de rooms-katholieken tot standaardtekst van de Heilige Schrift verklaard.
De oorspronkelijke Hebreeuwse, Aramese en Griekse teksten werden hiermee ‘verroomsd’. Het ‘Woord van de Heer!’ dat u na elke evangelielezing met veel bombarie hoort afroepen, zou dus in feite de toevoeging moeten krijgen: ‘in de erkenning door de Roomse Kerk als zijnde enig en juist vertaald’.
3. De geloofswaarheden van de erfzonde, de zaligmakingen, de Sacramenten, de z.g. ‘aflaten’, de heiligenverering en het vagevuur worden opnieuw verduidelijkt en bevestigd.
De ‘main core business’ van het Vaticaan. Goed voor een miljardenomzet. U snapt wel, dat ze die niet gingen inleveren. Daar hadden ze God of de Heilige Geest niet voor nodig. Vooral het bijwonen van de Mis werd praktisch als voorwaarde gesteld voor een goede geloofsbeleving.
4. Het Latijn is de enige liturgische taal.
In die tijd snapten de gelovigen er geen bal van, dus kon de Roomse Rakkers hen laten bidden, wat ze wilden. En als je het er nou maar lang genoeg inslaat, dan gaat men het nog geloven ook. ‘Indoctrinatie’ van de bovenste plank. Bovendien scheelde het de priester een hoop werk, want Grieks, Hebreeuws en Aramees hoefde hij niet meer te leren. En er al helemaal niet uit te preken.
5. Geestelijken krijgen een verbod op cumulatie van kerkelijke ambten, hebben residentieplicht en moeten het celibaat respecteren.
Voor de leek: De geestelijke mochten maar één kerkelijk ambt tegelijk uitvoeren. De residentieplicht gaf de geestelijke ambtelijke voordelen en over het respecteren van het celibaat zullen we het maar niet hebben. Wellicht was het beter geweest, om er toen al bij te zetten: ‘De priester blijft met zijn hele lijf af van welk ander lijf dan ook. In het bijzonder dat van kinderen’.
6. Priesters moeten een betere opleiding krijgen aan, in elk bisdom verplicht op te richten, seminaries.
Het enige werkelijke seminarie, dat Nederland nog heeft is dat van Rolduc.
7. Gelovigen worden onderricht via de catechismus en door prediking.
Onderricht in wat? In de Rooms Katholieke opvatting van God en de Hemel? Noem het dan maar ‘hersenspoelen’. En voor de Roomse penningmeester: ‘Kruis prediken en Munt bedoelen’ (Fons Jansen)
8. Het huwelijk moet gesloten worden in een kerk ten overstaan van een priester en getuigen na drievoudige aankondiging, en vervolgens worden vastgelegd in een huwelijksregister.
Tja, je kunt als Kerk natuurlijk denken een dikke vinger in de pap te hebben bij je gelovigen, de burgerlijke wet kon niet opzij geschoven worden. Dus moest alles ‘verzekerd’ worden, zodat de Roomse Kerk naderhand niet voor schut zou komen te staan, als het burgerlijk een keertje fout ging. Met het instellen van het huidige burgerlijke homo-huwelijk moet de Kerk een zucht van verlichting hebben geslaakt, dat ze het toen zo geregeld hebben.
9. Een bisschop diende theologie te hebben gestudeerd.
Deze bepaling maakte het voor de adel lastiger om hun jongere zonen aan lucratieve kerkelijk baantjes te helpen. Graag verwijzen we u naar punt vijf, die ‘residentieplicht’. U kunt nu wel bedenken, waar die ‘voordeeltjes’ uit konden bestaan. Als je als rijke familie een zoontje in de kerkelijke organisatie wil krijgen, dan is dat niet vanwege het ‘Vrezen des Heere’. Voorts wijzen we u erop, dat de Bisschop KATHOLIEKE Theologie moest hebben gestudeerd.
De besluiten van het concilie waren er duidelijk op gericht de positie van de Roomse Kerk te bepalen ten opzichte van de Protestanten. Zodoende kan men dit concilie beschouwen als het hart van de zogenaamde contrareformatie, onder het mom van:
1> De Roomse Kerk is de enig Ware Kerk en heeft als zodanig altijd Gelijk!
2> Mocht op enigerlei wijze blijken, dat hierover geen consensus wordt bereikt, dan blijft regel 1 onveranderd van kracht!
De besluiten van dit Concilie hebben tot op de dag van vandaag geldingskracht in de Roomse Kerk, al hebben de latere concilies wel accentverschuivingen gelegd. De Kerk slaagde erin – dankzij het Concilie van Trente – haar grote morele en intellectuele invloed te behouden in de landen die katholiek waren gebleven. En daar was het uiteindelijk om begonnen. Al had men liever de Protestanten publiekelijk op de brandstapel gegooid of aan de schandpaal genageld. Of aan het Kruis, natuurlijk. Zo zijn onze manieren.
(bron: Wikipaedia)