We kennen in de wereld nogal wat processen, die afhankelijk zijn van een mechanisme. Neem bijvoorbeeld een fabriek met een lopende band. Het te produceren produkt wordt via een lopende band langs allerlei bouwelementen (machinerieën) gevoerd en ieder van die bouwelementen kan uitsluitend een bouwsteen toevoegen, indien de vorige element een bepaalde handeling heeft afgerond. Die afronding kan alleen gebeurd zijn, als ook dat bouwelement zijn (bouw)steentje heeft kunnen bijdragen in het fabricageproces, indien het produkt ook zover gereed is, dat dat bouwelement dat kan. Het eindproces is dus afhankelijk van al die handelingen. Indien één van die handelingen niet goed is uitgevoerd, is het produkt waardeloos. Voor het gemak noem ik dit maar even een ‘horizontaal’ proces.
Is er nu ook zoiets te bedenken als een ‘verticaal’ proces? Uiteraard! We gaan weer terug naar de fabriek en nemen als voorbeeld een autofabriek. Een auto wordt door bouwelementen in elkaar gezet met bouwstenen, die vooraf al in elkaar gezet zijn (via dat horizontaal proces). Wanneer nu aan die lopende band zich een storing voordoet, dan heeft dat geen invloed op het eindresultaat. Het stagneert, maar het produkt (de auto) hoeft niet te worden afgeschreven. Die krijgt gewoon een andere bouwsteen of moet eenvoudig wachten, tot de boel weer aan de gang is. ‘Verticaal’ produktieproces, dus.
Belangrijkste constatering in het ‘horizontaal’ of ‘verticaal’ proces is, dat het afhankelijk is van invloeden van buitenaf. Bouwelement B kan alleen iets doen als bouwelement A het product zover gereed heeft gemaakt. Maar als bouwelement A het niet voor elkaar heeft, dan is bouwelement B daar zelf niet de oorzaak van. En nu komt dus de belangrijkste vraag van dit verhaal: ‘Is er een proces te bedenken, waarin al die bouwelementen van het begin tot het eind WEL afhankelijk zijn van elkaar. Dat bouwelement A net zo afhankelijk is van B, als B dat is van bouwelement C, als C dat is van bouwelement A? Ook hier is het antwoord: Zeker wel! En dat figuur is niet een horizontaal proces, ook geen verticaal proces en ook geen cirkelproces. In de meest elementaire vorm is het een driehoeksproces.
In zo’n driehoeksproces hebben alle elementen evenveel invloed van de andere twee elementen, als ook geeft ieder component aan de andere twee evenveel invloed. Sterker nog, door deze onderlinge verhouding en invloed versterkt het ene punt van de driehoek de betekenis van de andere twee, terwijl hijzelf zijn betekenis door de beide ander evenzeer versterkt ziet worden. Met andere woorden: Punt A versterkt de punten B en C, terwijl die beiden elkaar en ook punt A versterken. Het resultaat is, dat alle drie de punten met al die invloeden van de andere twee, meer bijdragen aan het totaal, dan dat zij dat uit zichzelf hadden kunnen geven. Het is de combinatie, die de meerwaarde geeft. Voorbeeldje: Wat hebben we nodig, om een verjaardag te kunnen vieren: 1. een jarige, 2. kadootjes, 3. taart. Hier gaan we onze theorie eens op toepassen: Iemand kan jarig zijn, maar zonder taart of een kadootje is zo’n verjaardag geen feest. Iemand kan een kadootje krijgen en er komt taart op tafel, maar het maakt nog geen verjaardag. Iemand kan jarig zijn met taart. Maar zonder kadootje is het toch eigenlijk niks. Dus hoewel de elementen (jarige, taart, kadootje) wel degelijk in zichzelf hun eigen betekenis hebben, maakt de combinatie van die drie het pas echt een verjaardag. Zo’n ‘opwaardering’ van die drie elementen tot één ‘resultaat’: de verjaardag, dat noemen we met een ingewikkeld woord: Holisme.
Vanaf morgen gaan we eens een paar van die driehoeksverhoudingen nader beschouwen, waar we ze tegenkomen en wat we er allemaal mee kunnen verklaren.