Het Licht der Wereld I

licht-der-wereld

Ooit sprak Jezus de Heilige Woorden: ‘Ik ben het Licht der wereld.’ Een mooie en liefdevolle uitspraak en hiermee neemt de Hemel u graag mee op een excursie langs al die Bijbelse predikerskerken, die in de afgelopen eeuwen het christelijk klimaat hebben vormgegeven en bepaald. Stelt u zich Jezus nou eens inderdaad voor als de Lamp van Liefde. Het Licht van die Lamp verlichtte in Zijn Tijd de Ziel van de Apostelen, die in dat Licht leerden denken, spreken, werken, luisteren, handelen en Liefhebben. De Woorden van Jezus waren hun drijfveer en Zijn Zegen gaf hen moed en kracht, om Zijn Goed Verhaal te blijven verkondigen.

Na de Hemelvaart van Jezus leert ons de geschiedenis, dat Petrus in Jeruzalem van de gelovigen een zuivere en eerbiedige geloofsbeleving verlangde en zo werd daar een eerste Christus-gemeenschap gesticht. De samenkomsten werden gevierd met doorgaans een of andere Lezing, een toespraak, een dankgebed en broodbreking en -deling. Tot zover was het Licht nog onder de volgelingen van Jezus.

Vervolgens ging men het wat organiseren. Er kwamen bisschoppen en theologen, die hun visie gaven op het Licht. Ze gingen vastleggen, hoe dat Licht bezien moest worden. Met dogma’s en andere bepalingen begon de nieuwbakken kerk zich meer bezig te houden met de regels, waarbinnen men het Licht mocht beleven. Maar natuurlijk werd het Licht zelf ook op een persoonlijke kijk getrakteerd. Het Licht mocht niet schijnen in samenkomsten, die niet ‘geautoriseerd’ waren door die vroege kerkvaders en theologen. Kortom, het Licht werd aan banden gelegd. Het betekende dus, dat niet meer het Licht hetgeen was, waarnaar opgezien moest worden, maar naar diegenen, die het Licht in eigen beheer hadden genomen. Het leidde in 325 na Christus tot het Concilie van Nicea. Daar werd de hele kerkelijke organisatie ‘geprofessionaliseerd’. Om het eens anders te stellen: Het Licht werd geconfisqueerd door de toenmalige christelijke kerkleiders. En met een terugblik op de geschiedenis werd er gesteld, dat vanaf Petrus er een ononderbroken doorgave was geweest van de Sacramentele Bevoegdheden tot aan die vergadering. Bisschop Ignatius schreef in 107 n.Chr. al de Katholiek beroemde woorden: ‘Waar de bisschop is, daar is de Katholieke Kerk.’ Bisschop Ignatius kon niet in de verste verte vermoeden, hoe de RK Kerk deze zin van hem tot hun lijfspreuk zou gaan maken.

Keizer Constantijn de Grote was degene, die het ‘sektarische’ van die nieuwgevormde kerkorde afhaalde, door het uit te roepen tot de standaard Godsdienst. Uiteraard stond hier wat tegenover, want de Katholieke Kerk verklaarde deze grondlegger prompt Heilig.

Toen de vroege Kerk zich door de missionering van de apostelen en hun opvolgers verspreidde binnen het Romeinse Rijk en zodoende haar joodse wortels achter zich liet, werd zij met nieuwe problemen en vragen geconfronteerd. De joodse cultuur had altijd een sterk verhalende, literaire traditie gekend, ze was gewoon haar overtuigingen en geloofsmysteries in gelijkenissen en verwijzingen naar historische gebeurtenissen, kortom in dynamische vormen tot uitdrukking te brengen. De Romeinen echter hadden van de Grieken een filosofische traditie geërfd: zij dachten statisch, in definities, gestolde formules en leringen die de boven-historische essentie van een gebeuren moesten vatten. Om zich verstaanbaar te maken in deze nieuwe omgeving voelde de Kerk zich genoodzaakt haar geloof op een wijze uit te leggen die paste bij de veranderende omstandigheden. Kortom: Het oorspronkelijke Licht kreeg een andere standaard.

Tegelijkertijd ontstonden er door deze culturele en linguïstische vertaalslag binnen het rijk vele misvattingen en dwalingen die de kern van het christelijk geloof dreigden aan te tasten: ketterij. Dit alles leidde tot het ontstaan van bindende leeruitspraken, ook wel bekend als Dogma’s. En een hele trits van die dogma’s bij elkaar heet dan weer een doctrine. Kortom: Men ging het Licht voorzien van een Katholiek Keurmerk.

Er volgde een hele reeks Concilies, waarin telkens wel ergens getrokken werd aan die Katholieke Keurmerken. Er kwam een geloofsbelijdenis (credo) en men deed een manhaftige poging, om ook de Heilige Geest een plek te geven. Die Heilige Geest zou in praktische bruikbaarheid nog goed te pas kunnen komen, vooral als het ging om ’s Paus Onfeilbaarheid. Andere kerkleren werden verworpen. Kortom, men ging zijn eigen Lichtbron ontwerpen.

Morgen: Van Augustinus tot de Middeleeuwen en verder.

Geef een reactie