Kerkordes zijn op welke manier dan ook, bezig met hun eigen belangen. Macht, Aanzien, Waardigheid en Rijkdom. De ene kerkorde meer met dit, de andere meer met dat. Maar er is geen kerkorde te bedenken, die zich niet schuldig maakt aan verraad. Verraad aan de mensenziel, omdat zij de mensenziel een Waarheid voorhouden, terwijl ze niet geïnteresseerd zijn, of die niet in die mensenziel zelf leeft. Verraad, omdat zij hiervoor de Liefde in de mensenziel terug willen hebben. Verraad, omdat zij de mensenziel iets beloven, dat ze onmogelijk zelf kunnen waarmaken, omdat de mensenziel alleen gewogen kan worden, op wat er in die Ziel zelf leeft. En er zal geen mensenziel de Hemel kunnen binnentreden, omdat zij het geloof heeft aangenomen in de Waarheid van die kerkorde en de Liefde, die zij hieraan heeft gebracht. Verraad ook aan Jezus of Mohammed, die door hen als boegbeeld van hun handelen naar voren wordt geschoven, maar in feite alleen in naam hun ware bedoelingen moet verdoezelen. En bovendien ook verraad aan God, Allah, Jaweh of welke naam je ook wil geven aan de Eeuwige Liefde, omdat de kerkorde zich met Macht, Waardigheid, Aanzien en Rijkdom uitgeeft als vertegenwoordiger en bewaker van Hem en Zijn Hemel. En ten slotte verraden ze ook zichzelf, door de kritische mensenziel, die hen met al deze feiten om de oren mept, de deur te wijzen, op de brandstapel te gooien, zijn hoofd af te hakken of te kruisigen.
U kent ons als vurige pleitbezorgers voor een andere (Christelijke) koers. U weet ook van onze aversie tegen elke kerkorde en hun opvattingen over geloven. Dat is niet voor niets. Inhoudelijk hebben wij geen andere visie over kerkordes, dan de visie, dat er op de hele wereld geen kerkorde bestaat of te vinden is, die zich werkelijk als ‘dienstbaar aan God’ mag beschouwen. De Enige uitzondering op die opvatting is Jezus Zelf. Voor de rest is ieder in meer of mindere mate bezig met eigenbelang. Het is, waar wij terecht ontzettend boos over kunnen worden. En wellicht vraagt u zich wel eens af, of die opvatting van ons geen bedreiging zou kunnen vormen voor uw Ziel. En hoe gek dat hier ook moge klinken; zo idioot is die gedachtegang niet. Maar het is niet onze zienswijze, die een bedreiging voor uw Ziel zou kunnen zijn. De werkelijke dreiging voor de Ziel komt van diegenen, die beweren juist niet bedreigend te zijn. Zij komen met verhalen over Jezus, God en de Hemel en zij vertellen de mensen vol vuur over hun geloof. Allemaal mooi en aardig, maar waar dient het toe? Het dient er toe, om de mensenziel zover te krijgen, dat hij een van de twee pijlers, waar zijn Ziel op rust, namelijk de ‘Waarheid’, wil verruilen voor de ‘Waarheid’ van die ‘verkondigers’. Ziet u het voor u? En dat zou misschien nog te billijken zijn, als die ‘Waarheid’ een betere was, dan die mensenziel op dat moment zelf heeft. Eerlijk gezegd is dat best mogelijk en dat is ook niet het te maken verwijt. Wat die verkondigers echter als tegenprestatie stellen, is dat die mens ook de andere pijler, de ‘Liefde’ in zijn Ziel voortaan dient af te stemmen op de Waarheid van de kerkorde, die de ‘verkondigers’ vertegenwoordigen. De mens is dus niet alleen de Waarheid in zijn Ziel kwijt, maar ziet zich ook verplicht, om zijn Liefde in te ruilen. En dat is tegen elke Liefde, die wij hier in de Hemel leven. De Ziel van de mens is zijn Eigendom. De Waarheid in zijn Ziel is zijn Waarheid, hoe gering ook. De Liefde in zijn Ziel is zijn Liefde, hoe gering ook. En de mensenziel mag natuurlijk leren, om van die geringheid iets groots te maken. En soms is dat ook dringend gewenst. Maar het komt geen kerkorde toe, noch een van zijn vertegenwoordigers, om de mensenziel te ontvreemden van zijn eigen Waarheid of Liefde. Om er hun Waarheid voor terug te plaatsen. En het komt geen kerkorde toe, om daar de Liefde in die Ziel voor te mogen opeisen. En het mag dan zijn, dat de kerkorde zich beroept op de Bijbel en de handelingen van Jezus; inhoudelijk doen zij precies hetzelfde, als wat Satan in Lucas 4 1-13 Jezus wilde laten doen: ‘Ik beloof jou Gods Hemel, als je nu voor mij op je knieën gaat’.