Als sinds de mens zich voor het eerst bewust werd van zijn persoonlijkheid en de bijzondere gave, om na te kunnen denken in oorzaak en gevolg, heeft hij in primitieve vorm Ontzag en Verbazing getoond voor zaken, die hij niet kon verklaren. Nu waren er dat in die begintijd nogal wat, dus had de mens daarin veel te leren. Ontzag en Verbazing voor natuurverschijnselen, voor de sterrenhemel, voor zon en voor maan. De ongrijpbaarheid van het ‘fenomeen’ leerde hem het Ontzag en de gevolgen ervan leerde hem Verbazing.
Zoals de mens zichzelf kon leren, om zaken te beheersen; bomen omhakken, dieren jagen, gereedschap bedenken, zo probeerde de mens ook die natuurverschijnselen te ‘beheersen’. Hij leerde zichzelf regendansen, het opdragen van offergaven, etc. De medicijnman was geboren. En wie die status kon bereiken, die kreeg zelf het respect voor zijn functie. Omdat hij die speciale status binnen een gemeenschap had gekregen of verworven, begon men ook hem te vereren. Iemand, die op goede voet staat met het ‘Bovennatuurlijke’, daar kon je maar beter goede maatjes mee blijven. Al was het alleen maar uit oogpunt van respect. Zo werd religie een deel van zo’n gemeenschap.
Een dergelijke gang van zaken kennen we in elke religieuze constructie. Er is altijd wel een ‘Opperpriester’, Opperrabbijn, Grootmoeftie, Paus of hoe de leiding van een religieuze overtuiging ook maar wordt genoemd, aangesproken en soms ook vereerd. Is deze ‘constructie’ verkeerd? Nee, niet persé. Iemand moet de leiding hebben over een organisatie, anders wordt het een puinhoop. Iets anders wordt het, als de religieuze constructie zich om welke reden dan ook gaat uitgeven als de ‘wettige en overtuigende vertegenwoordiging’ van dat Bovennatuurlijke. En het wordt pas echt gênant, als de religieuze handelingen worden voorgesteld als zijnde ‘enig en juist’. Er is geen enkele religieuze orde te beschouwen als ‘wettig en overtuigend’ en zijn de religieuze handelingen daarom ook niet ‘enig en juist’. Wat, hoe en waarom ze dat ook beweren.
Wie werkelijk geloof heeft in God, wie werkelijk Ontzag en Verbazing toont en daarbij zijn of haar Liefde voor God als Schepper, Heer(e), Heiland of hoe men de Eeuwige ook in die Liefde wil benoemen, doet dat vanuit zijn eigen wezen, zijn eigen Liefde, zijn eigen Ziel. Het is de Liefde in de Ziel van de mens, die de Rechte Lijn naar de Eeuwige leeft. En die Rechte Lijn geeft de mens in zijn Ziel, wat die Ziel nodig heeft, om die Lijn Recht te houden. Dat is geloven, dat is je God eren, welke je ook hebt.
Zijn die religieuze ordes dan zinloos? Neen, natuurlijk niet. Maar er is een brede weg tussen ‘niet zinloos’ en ‘gezaghebbend’. Het grote gevaar van religieuze ordes zijn niet de verhalen, hoe ze zo ‘belangrijk’ zijn geworden. Dat is in deze tijd gelukkig niet meer relevant. Het gros van de mensen gelooft er eenvoudigweg niet meer in. Het respecteren van kerkelijk gezag, zoals dat vroeger gebeurde, dat leeft gelukkig niet meer. Triest is daarbij, dat die mensen ook meestal geen relatie meer leven met God. En die religieuze ordes zouden daarin misschien toch iets kunnen betekenen. Zolang ze zich ‘dienstbaar’ en ‘nederig’ opstellen, is dat nog te billijken, maar zodra ze zich als ‘gezaghebbend’ presenteren, laat dan maar. Want het gevaar van die religieuze ordes schuilt in de Macht, die ze over jouw Ziel (willen) hebben. Zodra je die Macht aan hen laat, verlies je je Rechte Lijn met God. Er zijn genoeg christelijk Gereformeerden die daarover mee kunnen praten. En als Rooms Katholiek wordt die lijn ‘omgeleid’ via Rome. En met deze Paus (Franciscus) is daar nog Liefde voor te vinden, maar de enig juiste reden, waarom je het toch bij jezelf moet houden, is het behoud van die ‘Rechte Lijn’.
Eer God vanuit je eigen Ziel. Zing Hem lof, zo je dat voelt in je Ziel. Bidt tot Hem, wat leeft in je Ziel. Doe alles vanuit je Ziel, naar God en naar je naaste. Dat is, wat Jezus de mensheid leerde: ‘Eer God en heb je naaste lief als jezelf.’ Wie dat werkelijk doet, wie dat werkelijk kan, die heeft geen religieuze orde nodig, om op zijn Ziel te passen. Beschouw een religieuze orde als ‘niet zinloos’. Maar blijf de Koning van je eigen Ziel. Alleen dan ben je een Ware Gelovige.