Te Gek of Te Gen V

geweten

De afgelopen dagen hebben wij geprobeerd u enigszins bewust te laten kijken naar de toekomst van de medische en technische wetenschap. En dat met een ethische vraagstelling. Wat vind u mogelijk, wat vind u niet verantwoord. En het gaat dan niet eens zozeer om de gebruikte techniek zelf, maar of deze techniek mag worden gebruikt. En natuurlijk de ‘voorliggende’ vraag, of, indien deze gen-technologie inderdaad toegepast mag worden, of het bijbehorende onderzoek met al zijn toch bijzondere manieren van werken (onderzoek op niet levensvatbare embryo’s) al even ethisch verantwoord is, als de uiteindelijke toepassing.

Niemand maakt zich werkelijk druk over gen-technologie, als het gaat om een mooi bosje tulpen. Niemand zal verontwaardigd zijn bij het zien van genetisch gemanipuleerde rijst. Immers, je koopt het wel, of je doet het niet. Maar werkelijk ‘in het leven zelf ingrijpen’ is dit alles wel. De vraag, dei u wordt voorgehouden is, wat u daarvan denkt.

De wereld verandert sneller, dan de mensheid kan bijhouden in zijn ‘gewenningsproces’. Is het inderdaad een ‘gewenning’, waar de mensheid zoveel moeite mee heeft? Wie voor het eerst in een slachterij komt, zal niet weten, wat hem overkomt, als men daar en koe of paard doodschiet, door de dieren een pen in de kop of hoofd te schieten. Of een varken, dat geëlektrocuteerd wordt. Het beeld van het sterven van dieren zal menigeen doen gruwen. Maar we willen wel graag die karbonade op het bord of dat heerlijk stukje paardenbiefstuk. Is het dan niet hypocriet, om verontwaardigd te zijn? En wat dan, als u daar een hele dag zou staan? Zou u dan een zekere ‘gewenning’ ervaren? Het is heel goed mogelijk. Dus is de vraag gerechtvaardigd, dat als het gaat om medische vooruitgang, waarbij het doel is, om de mens te genezen, om dan wél dierproeven te nemen en ook met gen-embryo’s te experimenteren? Is het dus een kwestie van ‘gewenning’ aan het morele of ethische besef, dat dergelijke stappen nu eenmaal genomen moeten worden? Zoals men ook in lijken snijdt, om te oefenen en te leren, hoe men later een goede chirurg kan worden. Is het niet simpel een kwestie van ‘wennen aan het idee’?

Als u op deze overweging ‘ja’ zegt, dan beseft u ook, dat de SGP in hun oprechtheid van bescherming van morele en ethische waarden, een andere koers voorstaan. En dat de SGP de gevolgen van deze afwijzing van techniek en de bijbehorende ethische besluiten, voor lief neemt. Dat valt de SGP te prijzen, want de woorden zijn zeer wel uit het hart gegrepen. De vraag, die echter wel gesteld mag worden is, of de SGP het morele besef van Nederland en/of de wetenschap denkt te mogen vertegenwoordigen.

Wie zelf kinderen heeft met leukemie, die zal er alles voor voor hebben, als de medische wetenschap daar ‘iets’ op weet. Soms kan zo’n vreselijke ziekte verholpen worden door stamcel-onderzoek te verrichten. En dan kan er wel eens uitkomen, dat zo’n kind te genezen is, indien men (een) stamcel(len) uit een ongeboren embryo kan halen en die toedienen bij de zo zieke kind. Mag dat van u? Want als dat niet gebeurt, dan sterft het leukemie-kind. En wat doet u dan? Komt u dan op de begrafenis aan de zielsbedroefde ouders vertellen, dat het kind nog best had kunnen leven, maar dat u het geen goed idee heeft gevonden, om de beschikbare methode toe te passen? Omdat er in uw programma staat, dat ‘Het leven een geschenk is van God’? Dat daar niet aan getornd mag worden? En dat dus God indirect verantwoordelijk is van de dood van dat kind? Of zou u het toch aandurven, om uw eigen Ziel te raadplegen, de verantwoordelijkheid te nemen, om dat kind genezen te krijgen en daar alles voor te willen doen? En als u bij ons bovenkomt en om uw verklaring wordt gevraagd, dat u dan naar eer en geweten kan antwoorden: Heere, Ik weet, dat Uw Wil geschiede in deze wereld. Dat mijn geloof in U mij heilig is. Niettemin heb ik ook van mijn kind gehouden. En ik heb ze liefgehad, en wel zoveel, dat het behoud van mijn Zaligheid mij minder vreugde zal geven, dan de liefde voor mijn kind dat nu doet. Daarom heb ik zeker gekozen om te doen, wat in de wetenschap mogelijk was, tot behoud van zijn leven en liefde. Wanneer ik in Uw ogen schuldig zou zijn, omdat de liefde voor mijn kind mij meer lief is, dan de lijdzaamheid, die U van mij mag vragen, het zij zo. Doch U zult me niet kunnen verwijten, dat ik mijn kind heb laten sterven ter meerdere eer en glorie van mijn eigen Zaligheid. Kome wat komt’. Wat denkt u dan, dat wij hier Boven tegen u zullen zeggen? ‘D’RUIT!!!’ Of denkt, u, dat wij uw Liefde voor uw kind met onze Liefde zullen verenigen en in vrede tegen u zullen zeggen: ‘Lieve ouder, uw Liefde voor uw kind was u Heilig. Iedere Liefde is Ons ook Heilig. En de Liefde door u betoond, kwam uit uw Ziel. Kom dan verder en leef voortaan ook in diezelfde Liefde van Onze Ziel’. Wie God werkelijk als Bron van Liefde leeft, die weet het antwoord.

Nou, u heeft heel wat te overdenken, als u de volgende keer weer langs de bollenvelden loopt. Met uw Ziel onder uw arm, of met de Ziel in uw Liefde. Het is uw geweten, uw Ziel, die wij willen leven. De SGP heeft over die afweging niets te zeggen. Ze zijn in dezer daar niet verantwoordelijk voor gesteld. Althans, niet door Ons, al denken ze zo nu en dan van wel.

Geef een reactie