De wereld zoekt in zijn bestaan naar redenen van dat bestaan. Die redenen zijn of worden vaak ‘in beslag genomen’ door de religieuze orde of sfeer, waarin de wereld zich plaatselijk begeeft. Het Joodse geloof van voor de jaartelling, het ‘Jezus-geloof’ en het daaruit voortgekomen Christendom, de Reformatie met haar aftakkingen en de Islam, vanuit het geloof in Allah en Mohammed, het Hindoeïsme, Boeddhisme, iedere cultuur en achtergrond van die cultuur zoekt zijn weg. Maar naar wie of wat eigenlijk?
Is er ooit iemand geweest, die een zinnig antwoord heeft kunnen geven op de vraag, wat de zin van bestaan is? We hebben al eens eerder gesteld, dat de mens in zijn leven graag een antwoord wil hebben, dat hij kan begrijpen. De wat simplistische opvatting van het christelijk geloof ‘Om in de Hemel te komen’ valt qua intelligentie in het niet bij wat het Boeedhisme ervan maakt: ‘Evenwicht met je Wezen en je Ziel’. Inderdaad. Want wat heb je in de Hemel te zoeken, als je niet in totaal evenwicht bent met je Wezen en je Ziel. Wie dan nog aankomt met de dooddoener: ‘Maar ik heb wel geloofd in Jezus!’, heeft werkelijk niets begrepen van wat Hij de wereld wilde voorhouden. In al Zijn woorden, in al Zijn gebaren en in al Zijn Liefde was Jezus in totaal evenwicht met Zijn Wezen en Zijn Ziel. Hij leerde de mensen vooral, om zichzelf bewust te worden van hun Zijn en hun Ziel. En maakte daarbij gebruik van de in de Joodse tradities bekende handelingen en woorden. Zo beschouwd is Jezus eerder een Joodse Boeddhist geweest, dan de Stichter van een nieuwe Kerkorde.
Bij de laatste samenkomst met zijn voltallige vriendengroep, in christelijke wereld bekend als het Laatste Avondmaal, nam Jezus een matse in Zijn handen en stelde een feit: ‘Als dit brood is mijn lichaam’. Vervolgens brak Hij het en sprak: ‘Dan als zo zal het gebroken worden.’ Waarom deed Hij dat? Om de Katholieken aan hun Consecratie te helpen? Neen. Jezus zag de breekbaarheid van de mens in zijn Wezen en Ziel als de breekbaarheid van een matse. En het was, om zijn vrienden dat keer op keer te helpen voorhouden, dat Hij sprak: ‘ Eet dan allen zo van dit brood en blijft het als zo doen om je deze woorden en handelingen te herinneren.’
Wat is Brood? Brood is leven, basis, het eindresultaat van een proces van graankorrel tot etenswaar. En het brood doet leven voortleven. Een gemiddelde Boeddhist zal zeggen: ‘Het brood is hier symbool voor de Levende Mens in zijn glorie en kracht’. De christenen hebben liever hun eigen uitleg: ‘Brood staat voor het Lichaam van Christus’. Zoals eerder gememoreerd: het christelijk geloof is nogal infantiel ingesteld. Maar omdat we iedereen te vriend willen houden, zullen we het benoemen als: ‘Het brood, zoals voorgesteld door Jezus zijn de ‘Tabor-ervaringen’ van het menselijke Zijn. Maar hoe groot die ervaringen ook zijn, datzelfde brood is zo breekbaar als een velletje rijstpapier. Zo ook is het met het geloof van de mens in zijn eigen Wezen en Ziel.
Dan neemt Jezus de wijn, giet deze in een beker en spreekt: ‘Als deze wijn is mijn bloed’. Hij toonde hen de beker en sprak: ‘Dan als zo deze wijn vergoten, zo zal ook mijn bloed vergoten worden tot Bevestiging van het nieuw gesloten Verbond.’ Met andere woorden, Jezus gaf zijn eigen leven, om dat van het Levend Brood te onderstrepen. Ook hier vroeg hij zijn vrienden: ‘Drinkt dan allen zo uit deze beker en blijft het als zo doen om je deze woorden en handelingen te herinneren.’ Met andere woorden: ‘wees bereid, om jouw bloed (leven) te geven voor het Levend Brood.’ In Boeddhistische termen klinkt het: ‘Wees bereid, je Wezen en je Ziel te leven in een wereld, die daar vijandig naar zal kijken. En accepteer het verdriet van je Wezen en je Ziel, als je denkt, niet te zullen slagen in die opdracht.’ In christelijke termen kunnen we dat gebaar beschouwen als uiting van ‘Ghetsemané-momenten’.
Brood en Wijn zijn de tekens van heel de mens. De christelijke kerk heeft deze tekens exclusief toegekend aan Jezus. Dat is onjuist. Jezus gaf dit teken niet, om Zichzelf ten toon te spreiden. Hij deed het uit Liefde voor de mens, op zoek naar zijn Wezen en Ziel. Pas als de mens één is geworden met zijn eigen Wezen en Ziel, dan zal hij de Hemel kunnen binnengaan. Het antwoord op de vraag is dus: De mens is op zoek naar Brood, Wijn en Liefde als het Evenwicht in zijn Wezen en zijn Ziel. De werkelijke en enig juiste Leer van die Joodse Boeddhist, die om die reden door velen wordt beschouwd als Gods Eigen Zoon.