Eindeloze Trajecten I

trajecten

We gaan vandaag en de komende dagen u een toekomstbeeld schetsen van de procedure, die een eenzame oudere dient te doorlopen in de ‘managementcultuur’ van de Nederlandse Gezondheidszorg teneinde in aanmerking te mogen komen voor Euthanasie Promortis. (Euthanasie vóór het overlijden). U zult daarbij nieuwe begrippen leren kennen, die geheel naar managersgebruik het daglicht zullen zien. Gaat u mee?

We volgen het fictieve dossier van mevrouw van Aalten. Mevrouw van Aalten is 87 jaar, komende uit een groot gezin van zes kinderen, maar alleen haar jongste broer leeft nog en die is opgenomen vanwege Alzheimer. De man van mevrouw van Aalten is al 13 jaar dood en de kinderen van mevrouw van Aalten hebben het druk met hun eigen leven. Mevrouw van Aalten denkt: ‘Ik heb geen werkelijk doel meer in mijn leven. Een mooi leven heb ik gehad, maar ik heb geen zin, om te wachten, tot me iets treft, waardoor ik geen kant meer op kan. Ik meld me aan voor het ‘Traject Levenspatiënt.’ Aldus geschiedt.

Op zekere dag staat bij mevrouw van Aalten een mevrouw voor de deur, die zich voorstelt als ‘Intakemanager’. Op de vraag van mevrouw van Aalten, wat ze komt doen, antwoordt deze dame blijmoedig: ‘Ik heb een kennismakingsgesprek met u, om vast te stellen, of u inderdaad in aanmerking komt voor ons nieuwe Traject, of dat u van ons een ander Traject voorgesteld krijgt, n.l. die van Rugzaksenioor.’ Mevrouw van Aalten, die zeer weldenkend is, vraagt verbaasd: ‘Rugzaksenioor’? Wat is dat?’ ‘Wel’, antwoordt de dame van het Traject vrolijk: ‘Dan krijgt u wat extra geld uit de Gemeentepot, om zo in aanmerking te komen voor ons nieuwe Traject Seniorencare.’ ‘En wat houdt dat in?’ vraagt mevrouw van Aalten argeloos. ‘Ah,’ roept de Intakemanager verrast uit: ‘Uit het feit, dat u benieuwd bent naar dat traject, kan ik opmaken, dat u nog niet klaar bent voor het Traject Levenspatiënt. Ik zal het in het dossier optekenen en u krijgt binnen een week bezoek van de Intakemanager Rugzaksenioor, die u alles zal vertellen over de voorwaarden, waaraan u moet voldoen, om in aanmerking te komen voor het Traject Seniorencare. Goedemiddag!’

Een week later gaat bij mevrouw van Aalten de bel. ‘Dag mevrouw van Alten, ik ben Rika en ik kom u de procedure uitleggen van van het Rugzaksenioorschap’. Mevrouw van Aalten reageert boos: ‘Ik ben niet mevrouw van Alten, mijn naam is van Aálten.’ ‘Natuurlijk, mevrouw van Alten, dat geeft toch niets? Dat is zo gewijzigd, hoor!’ Rika neemt plaats en vertelt: ‘Tja, nu u bent afgewezen voor het Traject Levenspatiënt…’ ‘Pardon’, roept mevrouw van Aalten bits: ‘Afgewezen? Wie heeft mij afgewezen?’ Er volgt een functioneel geritsel van papieren en dan tovert Rika een ambtelijk schrijven voor de dag, compleet met allerlei dure handtekeningen, waarop met grote letters het woord BESCHIKKING staat geschreven. ‘Kijkt u maar, mevrouw van Alten, hier is het’. Mevrouw van Aalten wordt nu echt boos en antwoordt: ‘Dat is mij niet medegedeeld! Ik heb geen brief ontvangen!’ ‘Nou,’ antwoordt Rika beslist: ‘Hij is gedateerd van twee dagen geleden…’ Kan ik nog bezwaar maken?’,  roept mevrouw van Aalten vertwijfeld.  Rika kijkt bedenkelijk. ‘Nou, mevrouw van Alten, ik…’ ‘AALTEN’, schreeuwt mevrouw van Aalten nu: ‘Mijn naam is VAN AALTEN!’ Rika ruimt nu haar dossier op en zegt: ‘Mevrouw van Alten, ik zal een negatief advies indienen voor het Rugzaksenioorschap. U bent niet voor rede vatbaar! En indien u toch in aanmerking wil komen voor ons Traject, dan zult u opnieuw een aanvraag moeten indienen! Goedemiddag!’

Mevrouw van Aalten belt meteen naar het Gemeentehuis. Ze wordt doorverbonden met de Vraag-Maar-Raak-Baak, het Gemeentelijke Callcenter. Ze vraagt om een nieuw aanvraagformulier voor het Traject Levenspatiënt. De vriendelijke juffrouw meldt mevrouw van Aalten, dat nu het Traject Levenspatiënt is afgewezen, zij vier weken moet wachten, alvorens een nieuwe aanvraag te kunnen indienen. Op de kritiek van mevrouw van Aalten, dat zij nimmer een afwijzing heeft gehad, antwoordt de vriendelijke juffrouw van het Callcenter, dat zij daar ook geen ‘inzage’ in heeft. ‘Dat is privé-informatie, mevrouw. Dat snapt u wel.’ Mevrouw van Aalten is des duivels, maar kan niets anders doen, dan het telefoongesprek beleefd beëindigen en vier weken te wachten, alvorens de procedure opnieuw kan worden opgestart. Waarbij mevrouw van Aalten zich wel voorneemt, om met wie dan ook nergens anders meer over te willen spreken, dan over het Traject Levenspatiënt.

Morgen: Vier weken later.

Geef een reactie