Vier weken later is er opnieuw een aanvraag de deur uit en mevrouw van Aalten wacht in spanning, wat er nu gaat gebeuren. Na nog een week te hebben gewacht gaat de bel: De ‘Intakemanager Levenspatiënt’ staat voor de deur, een andere deze keer. Ook deze dame begint weer met het scenario, maar als ze komt bij het onderwerp ‘Seniorenrugzak’, wijst mevrouw van Aalten dit onderwerp resoluut af. Op de vraag van de Intakemanager, waarom mevrouw van Aalten niet benieuwd is, antwoordt mevrouw van Aalten, dat zij daar geen aanvraag voor heeft ingediend en dat ook niet meer van plan is, te doen. Als een afgeblufte Jehova probeert de Intakemanager het gesprek dan maar weer op gang te brengen en weidt uit over de voorwaarden van het Traject. ‘Heeft u nog spaargeld?’, vraagt de Intakemanager ineens. Mevrouw van Aalten is op haar hoede en antwoordt: ‘Hoezo wilt u dat weten?’ ‘Wel,’ antwoordt de Intakemanager: ‘Afhankelijk van de hoeveelheid zijn daar richtlijnen voor?’ ‘Moet ik het soms inleveren?’, vraagt mevrouw van Aalten. “Oh neen, dat is niet aan de orde, mevrouw’ antwoordt de Intakemanager: ‘Het is alleen belangrijk, dat er niemand anders aan kan komen. En dat u daarvoor beschermd zal worden. Dat is de procedure, mevrouw.’ Nou…’antwoordt mevrouw van Aalten: ‘Ik heb wel spaargeld. Ongeveer 10.000 Euro voor mijn begrafenis.’ ‘Ah’, antwoordt de Intakemanager: ‘Dan zal een curator hier toezicht op gaan houden.’ ‘Curator!’ roept mevrouw van Aalten: ‘Wat moet ik met een curator?’ ‘Oh niets hoor, mevrouw van Aalten’ antwoordt de Intakemanager: ‘U hoeft letterlijk helemaal niets te doen. HIJ regelt het toezicht.’
‘Oh, en dat betekent…?’
‘Het betekent, dat ik hier een formulier heb, waar ik graag uw handtekening op wil zien, voor Aanvraag Curator Toezicht Levenspatiënt. Een ACTLP, zogezegd’.
‘Ik heb geen curator nodig en ik wil er ook geen een!’
‘Maar mevrouw van Aalten, het is wel één van de voorwaarden van het Traject! Zonder uw handtekeningonder dit ACTLP kan de procedure niet worden voortgezet!’
Zuchtend tekent mevrouw van Aalten de formulieren en zet hier en daar nog wat handtekeningen. Blijmoedig staat de Intakemanager op en zegt: ‘Zo, mevrouw van Aalten, we hebben nu uw aanvraag afgerond voor het Traject Levenspatiënt, het zogenoemde ATL. Binnen een week krijgt u bezoek van een curator, die met u alle financiële zaken doorneemt en binnen veertien dagen komt er ook iemand bij u langs, die met u de eventuele medicatie met u doorneemt. Gebruikt u nu nog ergens medicijnen voor?’ ‘Ja’, antwoordt mevrouw van Aalten. ‘Mooi’, reageert de Intakemanager, terwijl ze haar visitekaartje op tafel neerlegt: ‘Dat zal ik aan de Manager Medicijnoverdracht doorgeven. Enne…’ Terwijl de Intakemanager haar laatste papieren van tafel grist, geeft ze mevrouw van Aalten een knipoogje: ‘Het komt allemaal goed, mevrouw. En ik vind, dat u zich kranig houdt in deze voor u toch zo moeilijke tijd.’ ‘Moeilijk?’ vraagt mevrouw van Aalten: ‘De enigen, die er moeilijk over doen zijn jullie!’ ‘Maar mevrouw, zorgvuldigheid is toch heus geboden!’ antwoordt de Intakemanager enigszins verbaasd: ‘we mogen er vooral geen haastklus van maken…’ ‘Nee…’ zucht mevrouw van Aalten bij zichzelf: ‘Daar ben ik nou juist zo bang voor…’
Een paar dagen later staat er een man in een witte jas voor de deur bij mevrouw van Aalten. Hij stelt zich voor als de Manager Medicijnbeheer. ‘Mevrouw van Aalten, het is aan mij de taak, om uw medicijnengebruik in kaart te brengen en of dat in overeenstemming is met onze voorwaarden. Gebruikt u op dit moment medicijnen?’ ‘Ja’, antwoordt mevrouw van Aalten: ‘Ik heb pilletjes voor hartritmestoornissen.’ Mevrouw van Aalten staat op en pakt haar medicijndoosje. Wanneer de Manager een blik op het doosje heeft geworpen, kijkt hij bedenkelijk op. ‘U gebruikt Bisoprolol…’ ‘Ja,’ antwoordt mevrouw van Aalten: ‘Het werkt uitstekend.’ ‘Jawel…’ antwoordt de Manager wat benauwd: ‘Maar ik mag u dan niet verder helpen.’ ‘Waarom niet’, vraagt mevrouw van Aalten verbaasd. ‘Wel…’ antwoordt de Manager nog benauwder: ‘Bisoprolol kan niet gebruikt worden in combinatie met het middel, dat wij hebben gekozen voor het TL. U zou teveel last van bijverschijnselen kunnen krijgen.’ ‘Nou’, antwoordt mevrouw van Aalten bits: ‘Dan stop ik toch gewoon met die Bisoprolol!’ ‘Dat zou ik u niet aanraden, mevrouw’, antwoordt de Manager beslist: ‘Dat is niet goed voor uw huidige gezondheid. Bovendien loopt u dan kans op allerlei medische klachten, waardoor u niet meer in het TL kan blijven.’ ‘Pardon!’ roept mevrouw van Aalten nijdig. De Manager kijkt benauwd als hij zegt: ‘Mevrouw, de TL regeling is uitsluitend bedoeld voor relatief gezonde bejaarden. Indien u wat zou gaan mankeren, dan valt u buiten dit traject en zou u wel eens kunnen vallen binnen het bestaande traject inzake levensbeëindiging. En daar gaan wij niet over…’ En na enige stilte vraagt de Manager terloops: ‘Gebruikt u nog meer medicijnen?’ Mevrouw van Aalten is wijs en ontkent, dat zij nog andere medicijnen gebruikt. Stel je voor. Na het naar waarheid ondertekenen van het PMVDLP-formulier (Persoonlijke Medische Verklaring Dossier Levenspatiënt) belooft mevrouw van Aalten aan de Manager, het probleem met de huisarts op te nemen en laat hem uit.
Morgen: De curator.