Al wat de mens leeft en doet leven is een Samengaan van zijn gedachten, zijn omstandigheden, waarin hij leeft en zijn Ziel. Het kan eenvoudig niet anders, dan dat de mens met alles wat hij doet, zijn Ziel betrekt. De Ziel van de mens is zijn Heilige Graadmeter over zijn doen, niet doen, laten of niet laten. Indien de mens iets zou handelen, dat tegen zijn Ziel ingaat, dan zal de mens dat weten. Hij zal zich ongemakkelijk voelen en zijn gedachten en emoties zullen zich vroeg of laat vullen met zoiets als ‘spijt’. Maar wat nu, als de mens geheel in Liefde met zijn Ziel en Waarheid handelt. Is dat dan ook ‘voelbaar’? Jazeker. We mogen dit Heilige Geluk beschouwen als ‘Vrede’.
Vrede is een totale harmonie tussen de mens en zijn Ziel. En in rechte lijn dus tussen de mens en God. Een soort ‘constellatie’ dus van een Hemelse Drieëenheid. De Vrede in de Ziel van de mens brengt hem een totaal gevoel van Liefde over wie hij is en wat hij is. Eigenlijk is hiermee ons verhaal van vandaag klaar. Maar toch willen wij u nog wat extra woorden geven, om over uw Ziel en de Vrede daarin na te denken.
Als Jezus spreekt: ‘Vrede laat ik u, mijn Vrede geef ik u’, wat bedoelt Hij dan? Het leert u, dat u niet alleen uw eigen Zielsgeluk met Vrede kunt vullen, maar ook dat van elkaar. Een soort ‘kettingreactie’ dus. Waarbij het totale gevoel van Vrede in een ieders mensenziel leeft. Mooie woorden, maar wat komt daar in de praktijk van terecht, van die ‘kettingreactie’? Nou, daar zijn we hier een stuk minder enthousiast over. Want de mens heeft zo zijn gewoonte, om indien hij iets geeft, hij er ook wat voor terug wil hebben. ‘Voor wat hoort wat’ is het huidige devies. Zo is de Rijke Jongeling, die bij Jezus komt, om te vragen, hoe hij ‘in de Hemel’ kan komen, immers zo rijk geworden. Als Jezus hem dan zegt: ‘Doe goed aan je naaste’, dan antwoordt de Jongeling: ‘Maar Heer, dat doe ik al!’ Jawel, maar niet zonder betaling of een wederdienst. En dan zegt Jezus: ‘Wat je dan moet doen, is van alles afstand doen, wat je voor al die ‘goed doenerij aan anderen’ hebt gekregen. Met andere woorden: ‘Lever het wisselgeld in, dat je voor jezelf hebt verworven!’ De Jongeling druipt hierop af en Jezus komt met Zijn Kameel-vergelijk. De jongeling kon dus alleen zichzelf zien als het totaal van Geluk. Maar gelukkig zijn met zoiets als ‘om niet’ (iets doen voor een ander, zonder enige vergoeding) dat kon deze Jongeling zich eenvoudig niet voorstellen. Terug naar de Bron van Eenvoud en proberen je positiviteit in het leven te handhaven, ook al is je hele rijkdom verloren gegaan. De Rijkdom, die je dacht te hebben en die in feite een tijdelijke welstand is. De Ware Rijkdom van Liefde in je Ziel, dat wij hier zo graag willen betogen, die levert een veel groter Geluk op dan alle centen op de wereld: ‘Vrede’. Met Vrede in je Ziel kan je alles aan. Je kunt de meest ‘ogenschijnlijk’ grote ontberingen aan, je kunt tegen armoede, je laat je niet breken door rijkdom. Je kunt zelfs 40 dagen door een woestijn lopen en elke verleiding weerstaan. En als het moet, dan mogen ze je zelfs ter dood veroordelen en aan een kruis slaan. Die Vrede van Jezus, daar gaat dit stukje over.
Liefde en Waarheid in je Ziel geeft je Godsbeleven in je Ziel met een ongelooflijke Vrede. Een Vrede, die geen Kerk je zal brengen, nog kan prediken. Want iedere kerkorde mag dan ‘Bezield’ zijn met Gods Woord, zolang de kerkorde aan zijn eigen wisselgeld blijft denken, zal het nooit de Jongeling kunnen verbeteren. Misschien moet men in dergelijke kerkgebouwen maar eens permanent een Kameel in hun heilige beeldenwinkel opnemen. Als teken van Hemelse Onvrede over hun ‘handelen’.