Bij de ritus, die thans volgt hebben Wij als Hemel de meeste moeite. Althans, zoals die nu wordt uitgevoerd en wat het volgens de RK kerk (lees=de Congregatie voor de Geloofsleer en Sacramentsdiscipline) moet voorstellen. Maar omdat die Kardinalen nu even niets in te brengen hebben, kunnen Wij nu Onze woorden wellicht laten doorklinken.
Het wezen van het priesterschap is het, in een Eucharistieviering, doen van handelingen ‘In Persona Christi’. Dat wil volgens de RK Kerk zeggen, dat de priester ‘in de Persoon van Christus’ treedt en in Zijn Wezen een ‘opnieuw’ breken van het brood en met het uitspreken van de instellingswoorden, Christus zich Werkelijke Tegenwoordig verklaart in dat stuk brood. Zo ook met dergelijke woorden verandert de wijn volgens die kerkleer in het Bloed van Christus. Het spijt Ons te moeten zeggen, dat dit, zoals de RK Kerk dit doet, absoluut onaanvaardbaar is. En We zullen het eens eerlijk en met oprechte woorden uitleggen.
Wat Jezus hier zegt is, dat je de breekbaarheid van Zijn Lichaam kunt vergelijken met die van een matse. Wat hij dus zegt, is dat je de manier, waarop Zijn Bloed zal vloeien kunt vergelijken met wijn, die net zo gemakkelijk vanuit die kan in een beker wordt geschonken. Zijn Liefde is Waarachtig, maar Zijn menselijk aanzien in de wereld is tegelijkertijd breekbaar en kwetsbaar. Dat is de reden, waarom die leerlingen zijn Missie zo moeten blijven gedenken. Werkelijke Tegenwoordigheid is de dogmatische opvatting van de Rooms Katholieke Kerk, dat Christus ‘werkelijk tegenwoordig’ is in brood en wijn. Met andere woorden: met deze term wordt door die Kerk aangeduid, dat tijdens de consecratie van een eucharistieviering, Christus zich daadwerkelijk in brood en wijn manifesteert. Niet te verwarren dus met de term: Transsubstantiatie.’ Want die gaat over de vraag, hoe Christus zich in brood en wijn manifesteert. Welke betekenis dat dus eigenlijk heeft. De RK kerk houdt het bij ‘Werkelijke Tegenwoordigheid’. Dus geen metafoor of spiegelbeeld. “Neen”, zegt die kerk dan: “Brood en Wijn zijn Christus en zelfs het kleinste stukje brood dient daarom te worden aanbeden als zijnde Goddelijk. Maar het brood verandert niet in het Lichaam. Het Lichaam verandert in het brood. Als je het Zuiver wil beschouwen, doe dat dan goed!
Hoe zou de Kerk dat dan wel moeten doen? Dat is eerlijk gezegd heel wat minder moeilijk, dat u zou denken. Wij hebben al eerder voorgesteld, om voorafgaande aan de Eredienst, de Priester de Biecht te laten afnemen. Welnu, met oprechtheid zou je dus kunnen voorstellen, dat de Priester in zijn Biechtgeheim, de zonden van zijn biechtelingen ‘meeneemt’ naar het altaar. Wanneer de priester bij de Consecratie dan Zijn Woorden herhaalt, neemt die priester ook ‘Namens Christus’, de zojuist gebiechte zonden mee in zijn Handelingen. We snappen, dat we die priester na afloop niet aan het kruis zullen slaan, maar ‘Handelen in naam van Christus om de Zonden van de mensheid op zich te nemen’, dat komt op die manier integer en oprecht dichtbij. Het betekent dus, dat ook de priester zich veel meer bewust is van zijn werkelijke ‘Persona’. En dat dus ook het Priesterambt iets meer te Betekenen heeft, dan even vlug binnen komen hollen, snel een mis opdragen en hup weer door naar de volgende ‘schnabbel’.
Dan over die instellingswoorden: Er is een wereld van verschil tussen “Hem nadoen” en “doen als Hij”. Wie “doet als Hij” geeft en deelt van eigen liefde voor de mens. Wie met die eigen liefde in Zijn Naam een schaal met brood en een beker wijn doet rondgaan, doet, wat Hij hier gevraagd heeft. Als dat eerlijk gebeurt, dan is er geen onderscheid tussen Hem, die Werkelijk deelt en hem, die het geluk heeft, te mogen delen. Dat is, wat Jezus voorstond met Zijn: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’: Je eigen liefde delen met Zijn Woorden en handelingen. Dan krijg jij van Hem Zijn Zegen. Zo zou de priester zich ook meer bewust moeten worden of zijn van het feit, dat hij ‘Doet als Hij deed’. Zoals het nu gaat, kijken we naar een toneelstukje. En dat is niet, waar Wij erg gelukkig van worden. Als de priester de volgorde en handelingen doet, zoals wij hier voorstellen, dan doet hij meer ‘als Hij’, dan die priester in eeuwen heeft gedaan.
Dit zijn voor Ons de woorden, zoals ze moeten klinken:
Van de schaal op de tafel nam Hij nu met één hand een matse en toonde deze goed zichtbaar aan iedereen. Na een dankgebed uitgesproken te hebben, toonde Hij hen de matse opnieuw, zeggende:
‘Zie dan hier jullie allen, als dit brood is mijn lichaam.’
Hierna nam Hij de matse tussen beide handen, brak het in delen en sprak:
‘Dan als zo zal het gebroken worden. Eet dan allen zo van dit brood en blijft het als zo doen om je deze woorden en handelingen te herinneren.’
Nadat aan tafel ieder zijn stuk brood had gegeten, nam Hij een beker en na opnieuw een dankgebed uitgesproken te hebben, nam hij een wijnkan en goot hieruit wijn in de beker, terwijl Hij sprak:
‘Zie dan hier jullie allen, als deze wijn is mijn bloed.’
Na deze handeling zette Hij de wijnkan weer op tafel en toonde hen de beker:
‘Dan als zo deze wijn vergoten, zo zal ook mijn bloed vergoten worden tot Bevestiging van het nieuw gesloten Verbond. Drinkt dan allen zo uit deze beker en blijft het als zo doen om je deze woorden en handelingen te herinneren.’
Na deze woorden toont de Priester aan de kerk de schaal met brood en de beker wijn en zegt:
‘Zie dan hier het brood en de wijn van Jezus als Wezen van Christus.’
Waarna de kerkgangers antwoorden met:
‘Als wij dan eten van dit brood en drinken uit de beker, verkondigen wij de Liefde van Christus, totdat Hij komt.‘
Wanneer de Priester met deze woorden en totale handelingen (dus met die Biecht) zijn ‘Persona’ gestalte geeft, dan kunnen wij ons vinden in de integriteit van zijn handelingen en de beperkingen, die het zal hebben. Hij is dan een eerlijke ‘Persona Christi’ en ontdaan van alles, wat door de Kerk aan hem toegeschreven wordt.
Morgen: Conclusie en slotwoord.