Zie mij niet aan, o Heer
want mijn Ziel leeft in onvermogen, om nader tot U te komen
Mijn Ziel is gescheurd en gevlekt door mijn Leven
Mijn keuzes, goede en foute. Mijn woorden, goede en foute.
Zou ik nu naar de Hemel mogen, dan zal ik er niet binnentreden.
De Zuiverheid van Uw Liefde en de Reinheid van Uw Hemel
zou ik maar bezoedelen met mijn voetstappen en aanwezigheid.
Mijn Geloof is zo klein als een mosterdzaadje. Maar het is ook zo min.
Uw Woorden, Heer, zijn als een Troost voor mijn tranen van verdriet
Maar mijn verdriet leeft in het besef, Uw Liefde onwaardig te zijn.
Ik maak me zorgen, Heer, over de wereld van vandaag, waarin mensen nauwelijks nog respect tonen voor elkaar. En dan denk ik plots aan de zorgen, die U ongetwijfeld moet hebben. Dan voel ik ook Uw Onmacht, om de mensen terug te brengen naar hun eigen Ziel.
Ik bid U, dat er ooit een echte Apostel mag opstaan uit de mensen. Nee, zelf zal ik er niet voor willen gaan. Mijn Ziel heeft die Zuiverheid gewoon niet. Maar een echte Apostel, die het Woord van Jezus weer Opnieuw doet Klinken. Met al die wonderen erbij. En met Zijn Zegen in zijn handen. En dan kinderen genezen, die een dodelijke ziekte hebben. Want hunner is het Rijk der Hemelen. Dat zei Jezus toch? En dan met kinderen opnieuw beginnen, Heer. Zo’n Apostel, Heer, die zou de Kerk van Jezus weer opnieuw kunnen geven aan de wereld, wat al die andere christelijke kerken zijn verloren, vergeten, hebben veranderd, gewijzigd of eenvoudigweg vernield.
Wat zou de wereld dan weer kunnen beseffen, wie U bent, wie Jezus is en wat de Ziel van de mens eigenlijk is. Maar de Kerken, die nu nog lopen te ruziën over wie zich de Ware Kerk mag noemen, zouden die daar dan mee ophouden? Zouden die hun hele organisatiestructuur overboord gooien en weer van onderaf beginnen? En dan met elkaar? De Protestanten en de Katholieken opgaan in een Nieuwe Kerk? Ach Heer, als ik zo deze regels overlees, denk ik bij mezelf: Dat gaat nooit gebeuren. Die Kerken hebben allemaal hun visie en hun organisatie. En hun hovaardigheid? Die krijg je met geen Joshua nog omver. Maar zo’n Apostel, Heer? Zou die het mogen proberen?
Als ik morgen doodga, Heer en ik sta voor Uw Poort. En U zou mij roepen, dan denk ik niet, dat ik naderbij zal komen. Ik zal wel voor Uw Licht kiezen, maar na de Toegangspoort meteen rechtsaf slaan. En in de verte, ver van de Hemelse Vreugde, mijzelf een plekje zoeken. Waarom, Heer? De Hemel is het Hoogste Goed en ik heb niet in het Hoogste Goed geleefd. Mijn Ziel is niet van het Hoogste Goed, mijn woorden zijn dat niet en mijn Geloof nog minder.
Maar zolang ik op deze wereld rondloop, Heer, zal ik zingen met mijn stem van Uw Hoogste Goed. Want ik ken het wel! Ik zal spelen op mijn instrumenten en mensen proberen te Bezielen met woorden en muziek. En die woorden en muziek, zij zullen verhalen van mijn Liefde voor U en voor de Hemel. Zij hoeven niet te zoeken naar klank, want mijn Ziel is hun dagelijkse klankbord. Ik zal iedereen, die ik tegenkom van de Hemel vertellen, mijn Hemel, zoals ik die al zoveel jaren leven mag. En mijn tranen zal ik huilen van Liefde voor Marie van Nevers, die voor mij de mensgeworden Liefde is voor Devotie.
En als ik dan in Uw Hemel ben en ik word door Uw Vrienden zo nu en dan eens uitgenodigd, om mijn ervaringen te delen in humorvolle woorden en verhalen van gebeurtenissen, dan zal ik graag komen. Want mijn verhalen zijn van het Hoogste Goed en de humor is dat ook. Dan ben ik even een Hemelse ‘Malle Hannes’. Maar vergeef me, als ik na al die verhalen mijn spulletjes weer bij elkaar zoek en terugga naar mijn eigen plekje, ver van het Hoogste Goed. Het is goed zo. Het Hoogste Goed moet blijven wat het is.
Mijn Liefde voor U is al wat ik ben en al, wat ik heb. Maar het zou meer moeten zijn, dan dit. Het Hoogste Goed verdient alleen het beste.
Zie mij niet aan, o Heer, want ik ben Uw Ziel niet waard.
Jonathan, 13 november 2016