Het is zonder meer triest te noemen, dat het Evangelie van Maria Magdalena de tand des tijds niet heeft doorstaan. Het maakt het echter niet minder waardevol. De teksten, die bewaard zijn gebleven zijn overduidelijk en geven een impressie van de Reis van de Ziel na dit leven. Het belangrijkste vergelijk, dat men hier kan maken, dat zijn de beproevingen, die de Duivel op Jezus losliet, toen Jezus zijn veertig dagen in de woestijn had doorgebracht. De vragen, die aan de Ziel gesteld worden, dat zijn praktisch dezelfde vragen en het is niet toevallig, dat Jezus dit aan Maria heeft verteld. Zij was namelijk de enige van het hele stel, die het Woord van Jezus voor Waarheid aannam, zonder met Hem (zoals Petrus dat wel deed) in discussie te treden en Zijn Woorden te verwerpen.
Toch dient gezegd te worden, dat die vragen aan de Ziel dezelfde vragen zijn, die de mens hier aan zijn geloofsbeleven zou moeten stellen. Het geloofsbeleven, waarbij de Ziel Zelf geen invloed heeft op dat, wat de mens gelooft, heeft totaal geen waarde. Wie uitsluitend gelooft, omdat men hem of haar verteld heeft, te geloven, gelooft niet. Wie alleen datgene gelooft, omdat men hem of haar verteld heeft, het te geloven, die gelooft niet.
Waarom God naar jouw geloof zou willen luisteren, hangt dus van jou af en niet van je gebed of de goedgekozen woorden in dat gebed. Ook niet van de plaats, waar je bidt. Niet of je eerst een schuldbelijdenis hebt gebeden of de vergeving van een of andere priester hebt gekregen. Ook niet, omdat je twee keer per dag naar de kerk gaat, om daar de Hemel naar beneden te bidden. Het hangt niet af van de kleding, die je draagt, noch van de hoed op je hoofd. Niet, of je alle dagen een Bijbel onder je arm draagt en zo je Godsdienstige nederigheid naar iedereen onderstreept, zoals ook de Farizeeërs hun vormelijke liefde voor Jahweh iedere dag liepen uit te venten. Het hangt niet af van een ‘bijpassende Bijbeltekst’, die je citeert ter ere van Hem, noch van je eerbiedigheid met het eerst te lijf gaan van die tekst met overdadige wierook, noch van het aantal kaarsen, dat je bij die gelegenheid opsteekt. Het hangt ook niet af van de vraag, of je alle psalmen of gezangen op je duimpje kent en hoe fanatiek je die kunt zingen. Je bent ook niet aan het bidden, als dat gebed van jou standaard is afgedrukt in een of ander dik en duur gebedenboek of missaal, of dat een dergelijk gebed door een kerkordelijke instantie eerst goedkeuring heeft gekregen! Niet ieder gebed hoeft te worden begonnen met woorden, als in een van die verschrikkelijke prefaties staan voorgeschreven: “Almachtige Vader, Machtige Eeuwige God, om recht te doen aan Uw Heerlijkheid, om heil en genezing te vinden, zullen wij U danken, altijd en overal, door Christus onze Heer.” Om dezelfde reden mag u al uw verdere moeite besparen, want God zal alleen naar uw eigen Ziel willen luisteren. En de rest van uw woorden, met al uw ‘ge-eer’ in welke vorm of woorden dan ook, die komen niet verder dan de zoldering van uw huis of kerk.’
Maria Magdalena geloofde in Jezus vanuit haar eigen Ziel. Ze zocht niet naar redenen, om Hem te geloven, ze deed het gewoon. En Jezus had geen andere reden, om Zijn Liefde voor haar Ziel te schenken, dan die wederkerigheid zelf.
Het valt de Kerk kwalijk te nemen, dat ze niet alleen Maria Magdalena eeuwenlang hebben weggezet als hoer. Het valt de Kerk vooral kwalijk te nemen, dat ze het Ware Geloof van Maria Magdalena niet hebben willen erkennen als zijnde waardevol. Slechts in het Paasevangelie wordt zij naar voren geschoven als ‘de eerste mens, die Zijn Verrijzenis aanschouwde’. Welke Liefde en respect Jezus haar geloof wilde betonen, daar hoor je die hoge heren niet over. En al helemaal niet over de vraag, waarom Hij dat haar heeft betoond. Simpelweg, omdat Maria Magdalena geloofde vanuit haar Ziel, mocht zij zien. Omdat ze vanuit haar Ziel geloofde, mocht zij horen.
Geloven is meer, dan ‘voor Waarheid aannemen’, wat Kerkordes u voorhouden. De Christelijke kerk met zijn versie van “Jezus, de Zoon van God,” is niet gebaat bij enig ander beeld van Jezus, dan als “Eén in wezen met de Vader en door wie alles geschapen is.” Veel liever schrijft men Hem als vanuit de hemel gezonden en daarmee zichzelf zo de hemel in. Compleet met alle volmachten, die men kan bedenken of desnoods verzinnen. Daarbij absoluut niet binnen dezelfde grens handelend, die Jezus Zelf hanteerde en binnen ‘wat de Vader Mij geleerd heeft’ blijvend. Die grenzen bepalen ze zelf wel. Grenzen, die het mandaat, dat Jezus Zijn Apostelen voorhield, ver te buiten gaan. En alles, wat de Kerkleiders bepalen in regels, doctrines, decreten of encyclieken, wordt, indien gewenst, natuurlijk “vervuld” met zoiets geheimzinnigs en ongrijpbaars als de “kracht van de Heilige Geest,” die uiteraard alleen diezelfde Rooms Katholieke Kerk toebehoort! En hierin ligt de werkelijke reden, waarom die Kerk Maria Magdalena eeuwenlang heeft verguisd, maar ook heden ten dagen nog een ieder zal verguizen, die eenzelfde afwijkend geloof draagt.